Population decline of Oystercatchers on Schiermonnikoog
Journal Contribution ResearchOnline@JCUAbstract
[Extract] Sinds 1984 volgt de Rijksuniversiteit Groningen een populatie gekleurringde Scholeksters op de kwelder van Schiermonnikoog. Binnen deze populatie maken we onderscheid tussen goede en slechte broedterritoria. De goede plekken (‘hokker’ territoria) leveren jaarlijks drie keer zo veel kuikens op als de slechte plekken (‘wipper’ territoria; Ens 1994). Het aantal bezette territoria in het gebied bleef voor hokkers en wippers van 1984 tot 1995 min of meer constant (figuur 1). In deze periode trad er jaarlijks geringe sterfte op, maar in één winter (1986/87) was de sterfte extreem hoog. Toch leidde dit niet tot een kleiner aantal bezette territoria. Na 1995 zien we echter een kentering. De twee strenge winters van halverwege de jaren negentig (1995/96 en 1996/97) gingen gepaard met een vergelijkbaar hoge sterfte als de winter van 1986/87, maar nu werden de opengevallen broedplaatsen maar gedeeltelijk opgevuld. De onbezette territoria lagen allemaal in wipper-gebied (figuur 1). Zo’n sterke afname vond ook plaats in andere ‘marginale’ habitats op Schiermonnikoog, zoals het droge duingebied (Sovon, Ben Koks). De afname op Schiermonnikoog loopt parallel met afnemende aantallen op Texel (Alterra, Bruno Ens & Martin de Jong).
Journal
N/A
Publication Name
Limosa
Volume
76
ISBN/ISSN
2543-1552
Edition
N/A
Issue
1
Pages Count
2
Location
N/A
Publisher
Nederlandse Ornithologische Unie
Publisher Url
N/A
Publisher Location
N/A
Publish Date
N/A
Url
N/A
Date
N/A
EISSN
N/A
DOI
N/A